MEE Rotterdam Rijnmond
'NAH is een breuklijn in iemands leven die onomkeerbaar is' 

Ingeborg Koning is een goed voorbeeld van een MEE-expert. Vanuit Rotterdam Vreewijk werkt zij voor volwassenen met een beperking vanuit het wijkteam. Een flink wijkteam met 25 tot 30 medewerkers van onder andere ASVZ, Enver, SOL en de gemeente Rotterdam. Vanuit MEE zit zij daar samen met collega Annemiek Sederel.  Annemiek is expert op het gebied van Vroeghulp en Jeugd. Ingeborg is vanuit haar verleden als verpleegkundige en door haar ervaring met mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) het aanspreekpunt op dit onderwerp voor het team. Maar daar buiten kunnen MEE-collega’s ook bij haar terecht voor vraagstukken rondom NAH.

Ingeborg werkt zo’n 2,5 jaar in de wijk. Ze maakte de overstap als verpleegkundige bij Bavo Europoort, een kliniek voor cognitieve en gedragsrevalidatie, naar maatschappelijk werker voor mensen met NAH in dezelfde kliniek. Ze stapte daarna over naar MEE omdat ze echt als maatschappelijk werker aan de bak wilde. De goede ervaringen en samenwerking die ze al had met MEE vanwege mensen met NAH die Bavo bezochten maakte de keuze eenvoudig.

Hoe kom je als maatschappelijk werker aan deze kennis als je geen medische achtergrond hebt?
“Het belangrijkste is dat je van het bestaan van NAH af weet”, zegt Ingeborg. “Je moet die breuklijn zien, herkennen. Iemand geeft aan: ‘ik had een leven voor het ongeluk en na het ongeluk was alles anders.’ Als je hoort dat iemand moeilijk praat, afasie heeft, halfzijdig verlamd is, dan zie je dat. Maar er zijn ook onzichtbare dingen zoals de invloed van prikkels, trage informatieverwerking in de hersenen en een bijzondere vorm van chronische vermoeidheid. Het verdelen van energie is een aandachtspunt voor mensen. Het belangrijkste is dat iemand erkenning krijgt.“

“Scholing of training in het (h)erkennen van signalen is een prima hulpmiddel voor medewerkers. Je kan ook leren welke tools voor iemand belangrijk zijn om in te zetten. Je leert het niet te verwarren met psychiatrie of lvb. Af en toe een presentatie over NAH geven in het team kan ook helpen. Dat moet je herhalen omdat het ook weer wegzakt. Want iemand met NAH kom je niet elke maand tegen.”

“Ook belangrijk om te weten is wat er in jouw wijk is voor mensen met NAH. Bijvoorbeeld inlooppunten, NAH-café’s van de patiëntenverenigingen of het hersenletselcentrum.”

Inzet van ervaringsdeskundigen met NAH in het wijkteam?
Ingeborg denkt dat inzet van ervaringsdeskundigen zeker van meerwaarde is. Je kan dit voor een aantal wijkteams opzetten. Veel inlooppunten of NAH-café’s zijn soms een drempel voor iemand met NAH en reizen buiten de wijk is vaak een probleem of levert stress op. Dus als je dat één-op-één kan uitproberen in een wijkteam is dat een goede suggestie voor de toekomst. MEE werkt niet voor niets al tientallen jaren met ervaringsdeskundigen voor groepen. Volgens Ingeborg is er behoefte aan partnergroepen van mensen met NAH. Dat is er eigenlijk ook nog niet. Ze ziet dit als een uitdaging voor zichzelf om op te pakken.

Het leuke van werken in een wijkteam
Ingeborg zegt meteen dat de diversiteit in het wijkteam leuk is. Werken met complexe casuïstiek maakt haar nieuwsgierig. Ze vindt het boeiend om te ontdekken hoe het komt dat iemand vastloopt. “Dat wil ik dan oplossen”, zegt ze. Daarnaast noemt ze de vrijheid. Dan hier zitten, op kantoor, bij mensen thuis. Dat is heel afwisselend. Dat geldt ook voor de samenwerking andere hulpverleners.

Langdurige begeleiding voor mensen met NAH
“Langdurige begeleiding is nodig. Maar eerst moet het wijkteam aan de bak. Dan pas een arrangement. Voor iemand die slecht tegen veranderingen kan is dat moeilijk. Ik geef het voorbeeld van een vrouw die altijd bij haar vader heeft gewoond. Vader overlijdt en dan moet de dochter eerst een half jaar door het wijkteam geholpen worden. Want het wijkteam kost op de korte termijn minder. Maar hoe ziet dat er op de lange termijn uit… Eigenlijk zou woonbegeleiding meer op zijn plek zijn.”

Groeiproces voor het wijkteam
“Het is nog zoeken naar wat onder het wijkteam moet vallen of niet. Per wijkteam is dat verschillend. Het ene team is laagdrempeliger dan het andere wijkteam. Hoe ga je bijvoorbeeld om met draaideurklanten. Vreewijk is hierin een heel andere buurt dan Hillegersberg.”
Voor Ingeborg is het geen waarde-oordeel. “In de praktijk moet blijken wat het beste is. Omdat de behoefte per wijk anders is, kan je ook niet zeggen dat alle wijkteams op dezelfde manier moeten werken. Zo is de samenwerking met het welzijnswerk op de ene plek beter dan in een andere wijk. De identiteit van de moederorganisatie speelt ook een rol in het wijkteam. Moet je dan naar generalisten of specialisten die goed samenwerken? Als generalist mis je de kwaliteit die je nodig hebt om een bepaalde groep mensen goed te kunnen helpen. Dat wordt lastig”, zegt ze. “Ik werk alleen met de doelgroep van MEE. Zo gaat dat naar elkaar toe ook. Je krijgt de klant die jouw expertise nodig heeft. Zo kan elke (moeder)organisatie haar eigen specialisme aantonen en daar goed werk mee doen. Inwoners hebben er recht op dat we ze goed helpen. Als je de problemen niet goed oplost kost het uiteindelijk meer geld.”

Het afgelopen jaar en de wensen voor de toekomst
Ingeborg heeft in 2018 het Overleg Hersenletsel Rijnmond overgenomen van haar collega. Hier ontmoette ze om de zes weken andere hulpverleners op het gebied van NAH van onder andere Rijndam, het Zonnehuis en de Zellingen. Daarnaast was ze een vraagbaak voor collega’s van MEE uit andere wijken en teams.
Op haar wensenlijstje voor 2019 en daarna staan verdiepingstrainingen NAH voor medewerkers die al wat langer bij MEE werken, voor medewerkers Toegang van het Expertiseteam bij de Vraagwijzers in Rotterdam. Mensen met een lichte verstandelijke beperking zijn speerpunt, maar mensen met NAH mogen niet ondersneeuwen. Ze vindt dat medewerkers zichzelf moeten verdiepen in onderwerpen. “Stel jezelf de vraag: ‘Waar weet ik eigenlijk nog niet zoveel over’, ‘Ben ik de expert die men verwacht dat ik ben’. Als je dat doet is het daarnaast de taak van MEE om medewerkers te prikkelen kennis uit te breiden.”

Terug naar het jaarbericht
MEE
Boompjes 554
3011 XZ ROTTERDAM
Infolijn 010 282 11 11
(ma-vr 9-12 uur)
Secretariaat 010 282 11 44
secretariaat@meerotterdam.nl
Kantoor open ma. t/m vr. 9.00 - 17.00
Bereikbaarheidsinformatie
Volg ons:
Facebook   Linkedin   Instagram
Reageren